Als je kijkt naar de geschiedenis van de mensheid, dan zie je iets opmerkelijks. Altijd waren er mensen die als doel hadden om de hele wereld te regeren. Er waren bijvoorbeeld de grote wereldrijken van de Romeinen, de Britten, de Mongolen en de Spanjaarden die meenden dat ze hele mensheid aan zich konden onderwerpen.
Van alle wereldrijken is het Romeinse Rijk wellicht het meest berucht. Tijdens het Romeinse Rijk gebeurde er echter iets vreemds... iets wat ons in deze tijd geweldig kan bemoedigen! Maar allereerst moeten we even goed beseffen wat voor tijd dat was.
De genadeloze machtswellusteling Julius Caesar veroverde het ene land na het andere en moordde ontelbare mensen uit op de meest beestachtige manieren. Als vermaak keken Romeinen in het circus naar mensen die levend verscheurd werden door uitgehongerde wilde dieren. Kun je je dat voorstellen? Stel je voor dat wij, in onze tijd, voor de lol elke zaterdag naar een grote arena zouden gaan, om ze kijken hoe doodsbange, huilende mensen aan stukken gescheurd werden door leeuwen en beren. Dat is toch onbeschrijflijk afschuwelijk? Alsof dat nog niet erg genoeg was, hadden ze ook de gladiatoren gevechten. Deze mannen werden gedwongen om tot de dood te vechten met elkaar. De massa brulde van plezier, bij het zien hoe de ene gladiator de andere een arm afhakte of zijn zwaard in zijn buik plantte. Gruwelijk. Dat was hoe de Romeinen plezier maakten.
Als iemand een misdaad begaan had, wisten ze daar ook wel raad mee: sla hem verrot met zwepen waarin steentjes verwerkt zijn. Door deze zweepslagen werden de huid en het vlees letterlijk opengescheurd. Daarna lieten ze deze mens een zware houten dwarsbalk voortsleuren, die hij moest dragen op zijn opengescheurde rug. Afschuwelijk. Dan kwam het hoogtepunt van de marteling: de mens werd op een houten kruis gelegd en dikke spijkers werden door polsen en voeten geslagen. Hebben we enig idee welke gruwelijke pijn dat veroorzaakte? Daarna lieten ze die persoon hangen aan het kruis, waar hij geen lucht kreeg omdat hij aan zijn armen hing. Om adem te happen moest hij zich opdrukken op zijn voeten, die echter doorboord waren met dikke spijkers. De pijnen die deze mensen ondergingen zijn te erg voor woorden en begrip. We kunnen ons dat gewoonweg niet voorstellen. Maar de Romeinen genoten er gretig van. Zij keken er gulzig naar. Het was dolle pret voor hen. Het circus, kruisigingen, openbare martelingen, gladiatoren die elkaar uitmoordden, oorlog voeren...
Deze Romeinen waren de meest beschaafde en hoogst ontwikkelde mensen op aarde, in die tijd. Zij waren het summum van de beschaving. Niemand was zo geletterd en onderlegd als zij. Ze wandelen fier door de fraai betegelde straten van de indrukwekkende Romeinse steden. Majesteit en glorie schitterde overal om hen heen. Hun stijlvolle gewaden sierlijk gedrapeerd over hun schouders. Overal pronkten schitterende standbeelden van hun oorlogshelden en goden. Niemand was zo verfijnd en ontwikkeld als de Romeinen. Zij vonden de eerste straten uit, de eerste rioleringen, de eerste badhuizen en vele andere moderne geneugten. Maar het waren bloeddorstige beesten, zonder mededogen of genade. Bloed wilden ze zien. Krijsende angstkreten van levend verscheurde mensen wilden ze horen. Het gekerm van de stervende gladiatoren moest weergalmen. Het ondraaglijke gekreun van de stervenden aan het kruis. Monsters zonder hart of geweten.
Hun schepen werden niet voortgedreven door motoren. Oh nee. Dat kenden ze niet. Hun enorme schepen werden voortgestuwd door slaven, die gedoemd waren tot een onmenselijk bestaan onderin de stinkende ruimen van de galeien. Handen en voeten geketend in stalen kettingen. Zweepslagen striemden hun uitgeputte lichamen, onder het gebrul van de gewetenloze drijvers. Velen stierven tijdens hun ondraaglijke bestaan en dan moesten de andere slaven door blijven roeien, met een dode naast zich.
Het hoogbeschaafde Romeinse Rijk zou aan de rest van de barbaarse wereld wel eens laten zien wat beschaving is. Want buiten dat hoogontwikkelde rijk was het andere koek. Daar leefden de echte beesten. De volkeren die totaal geen enkele vorm van ontwikkeling hadden. Zij aten elkaar op alsof het normaal was. Ze gedroegen zich als wilde varkens en als dolle honden. Hoe gruwelijk het Romeinse Rijk ook was, alles wat daarbuiten lag was nog vele malen erger. Mensen leefden gemiddeld veertig jaar. Nergens was men veilig. De aarde was een hel.
Het Romeinse Rijk was niet de enige poging van de bezeten, beestachtige mens om de hele wereld aan zichzelf te onderwerpen. Uit bijna elk volk stond op zeker ogenblik wel een gek op die het waanidee nastreefde om de machtigste man op aarde te worden. Totale controle over het universum is altijd de krankzinnige begeerte geweest van ontspoorde mensen.
Te midden van het gruwelijke Romeinse Rijk gebeurde er echter iets ongelooflijks. Temidden van een maatschappij zonder vrijheid, zonder mensenrechten, zonder betrouwbare rechtspraak, zonder goede medische zorg, zonder omkijken naar armen, weduwen en wezen. Temidden van deze totalitaire dictatuur van een bloeddorstige machtswellustige despoot, werd er een baby geboren.
Iedereen wist niet beter dan dat er geen hoop was voor een betere toekomst. De corrupte, kwaadaardige leiders van Rome volgden elkaar op, vaak vermoordden ze elkaar, er was voortdurend verraad en de ene keizer was al monsterachtiger dan de andere. Herodes deinsde er niet voor terug om duizenden pasgeboren baby’s met zwaarden te doorboren, voor de ogen van de wanhopig schreeuwende moeders. Daarna was er keizer Nero die mensen levend in brand stak, als toortsen om de stad te verlichten. Nero was een beest die zelfs de ergste demonen ontzag inboezemde, zou je kunnen zeggen.
Dat waren de leiders van het meest beschaafde rijk op aarde. Kunnen we ons een beetje voorstellen hoe onbeschrijflijk afschuwelijk het kwaad was in die tijd? De tijd waarin wij nu leven is een droomparadijs vergeleken bij de aanhoudende gruwelen van het verleden.
Temidden van die extreme duisternis werd er een baby geboren. Zonder veel tamtam, zonder bazuingeschal op het grote marktplein, zonder fanfare en grote stoeten door de geplaveide wegen. Maar wel met het uitbundige gejuich van de engelen die zich stiekem lieten zien aan een stelletje betekenisloze, arme herders in het open veld.
Temidden van een cultuur van corruptie, waanzinnige machtswellust, beestachtige bloeddorst, en ongekende demonische magische cultussen... waar mensen zomaar slaaf konden worden en niemand rechten had... in die hel werd een baby geboren.
En... alles veranderde.
Deze baby groeide op en begon rond te gaan als een vreemde prediker. Hij zei dingen die niemand ooit gehoord had. ‘De tijd is vervuld!’ riep hij. ‘Het moment is aangebroken!’ ‘Geen uitstel meer!’ ‘Nu gaat het gebeuren!’ Waar had hij het over? Wat kondigde hij aan?
‘Het koninkrijk van God komt nu bij jullie. Bekeer je en geloof dit geweldige nieuws!’
Overal waar deze vreemde prediker kwam deed hij grote wonderen. Geen slimme foefjes of massa hypnose, zoals de Romeinse en Joodse ‘wonderdoeners’ en ‘profeten’ deden. Deze man deed echte wonderen. Duizenden mensen volgden hem, omdat hij overal alle zieken genas die bij hem gebracht werden. ‘Dit is het bewijs van het nieuwe koninkrijk!’ riep hij uit. ‘Als ik deze mensen genees van hun ziektes en bevrijd van de boze geesten, dan is het koninkrijk van God over je gekomen!’
Niemand begreep wat hij bedoelde. Een koninkrijk? Het enige wat ze zich daarbij konden voorstellen was wat ze kenden: een militaire held die zonder pardon anderen over de kling jaagt om zelf de machtigste te worden. Geweld en macht.
‘Nee, nee, zo is mijn koninkrijk niet!’ zei deze vreemde man. ‘Mijn koninkrijk is totaal anders. Ik gebruik geen geweld en ik zoek geen macht. Het gaat om de regering van God in jullie hart. Dat je zijn liefde leert ervaren en zo een kind van God wordt. Het gaat erom dat je elkaar leert liefhebben en dienen. Zorg voor de armen. Zoek geen macht voor jezelf. Integendeel, wees de minste en dien anderen.’
Om te laten zien wat hij bedoelde deed hij iets heel bizars. Nadat hij en zijn volgelingen een hele dag hadden gewandeld in het stof van de smerige straten, waar honden, kamelen en geiten vrijuit poepen en piesen, waar zelden een bezem kwam, boog deze deze prediker zich neer. Hij knielde voor de mensen die hem volgden en begon hun stinkende, plakkerige, gore voeten te wassen met zijn blote handen. ‘Dit is wat ik bedoel!’ zei hij. ‘Dit is mijn koninkrijk!’ Niemand snapte er een snars van. Wat bazelde deze kerel toch?
Diverse strijdlustige mannen sloten zich bij hem aan. Ze kenden de beloften van de heilige geschriften. Er zou een Messias komen en hij zou hen verlossen van de onderdrukking van de vreemde volken, de Romeinen dus. Hij zou hun land herstellen en hen tot de machtigste natie op aarde maken. Daar wilden ze bij zijn! En liefst zo vroeg mogelijk, zodat ze een plekje konden bemachtigen als generaal of kolonel. ‘Mogen mijn zonen aan uw rechter en linkerzijde zetelen, eenmaal uw koninkrijk begint?’ vroeg een moeder. Ze zag het al helemaal voor zich: haar twee zonen naast de grote koning die over de hele aarde zou regeren! Ha!
Deze prediker deed iets wat niemand had verwacht. Tijdens een onwankelbaar en onbeschrijflijk machtig rijk dat de hele wereld controleerde, en overal angst en terreur zaaide, kondigde hij een heel ander koninkrijk aan. Een rijk waarin de leiders de smerige voeten van de mensen wassen. Een rijk waarin niemand een ander wil overheersen en controleren. Een rijk waar de kleinsten de grootsten zijn en de eersten de laatsten. Een rijk dat niemand met zijn ogen kan zien en dat nergens op aarde een hoofdkwartier heeft. Een rijk zonder paleis, zonder wapens, en zonder geweld.
Toch had de profeet Daniël dit rijk lange tijd voorheen aangekondigd. ‘Dit rijk’, zei hij, ‘zal alle andere koninkrijken op aarde verbrijzelen. Het zal beginnen als een steen die loskomt van een berg en naar beneden rolt. Maar die steen zal uiteindelijk zelf een berg worden die de hele aarde bedekt.’ Dit rijk zou dus groter worden dan alle andere rijken die ooit bestaan hebben. Het zou waarachtig de aarde overheersen. Maar niet zoals de menselijke koninkrijken. Niet door manipulatie, controle, macht en onderdrukking. Niet door geweld en haat. Nee. Het zou op een heel andere wijze werken. Zieken worden genezen door de kracht van God. Boze geesten worden uitgedreven. Mensen komen tot inkeer van hun zelfzuchtige, oneerlijke leven en buigen met hart en ziel voor de God van liefde.
Heeft dit leger dan helemaal geen soldaten? Toch wel. Maar het zijn geen soldaten zoals we gewoon zijn. Ze leven door de Geest van God en gebruiken wapens die je niet met je ogen kunt waarnemen. Ze bidden en de hemel komt in beweging. Ze knielen en de hel wordt geschud. Ze juichen en de engelen breken uit met Gods macht. Ze jubelen voor de almachtige God en de demonen vluchten krijsend de duisternis in. Ze geven aan de armen en breken de ketenen van zelfzucht, die de mensheid in gevangenschap houden. Ze vergeven hun vijanden en breken zo de macht van haat en bitterheid. Ze overwinnen het kwade door het goede.
Ze plaatsen niet zichzelf op de troon, maar leggen hun kronen af voor de troon van de almachtige God. Ze dienen Hem die hen geschapen heeft.
Hun doel is niet de macht over de mensheid verwerven, maar de mensheid bevrijden van elke onderdrukking. Hun strijd is niet om zelf machtiger te worden, maar overal op aarde zonen van God op te richten. Hun visie is niet op zichzelf gericht, maar ze worden gedreven door liefde die alles geeft voor de ander.
Dat is het koninkrijk waar deze vreemde prediker in Israël over sprak. Niemand had hier ooit van gehoord. Niemand had dit ooit gezien. Niemand had zoiets kunnen bedenken. Een koninkrijk van God dat werk in de diepten van de mens, en in ons hart Gods regering vestigt. Geen regering die ons onderdrukt, maar een heerschappij van gevende liefde die ons vrijer maakt dan we ooit hebben durven dromen.
Tweeduizend jaar nadat deze vreemde man sprak over dit koninkrijk, zijn er miljarden mensen die erover gehoord hebben en vele miljoenen doen hun best om in dit koninkrijk te leven. Doorheen de geschiedenis hebben deze mensen zich ingezet om de mensheid in dit koninkrijk van liefde te brengen. Velen van hen trokken naar de donkere oerwouden van het demonische Afrika, waar ze dreigden opgegeten te worden. Of ze verdwenen diep in de jungles van Zuid Amerika, waar aan de lopende band mensenoffers gebracht werden. Ze reisden naar de ijskoude hoogvlaktes van het gure Rusland, waar ze oog in oog stonden met gewetenloze Moren die hen de ogen konden uitsteken. Overal over de hele aarde trokken deze mensen uit, om dit koninkrijk van liefde te brengen. Ontelbare stammen, gemeenschappen, dorpen, steden en zelfs hele landen keerden zich af van hun monsterlijke gruwelen en bogen zich voor deze God van liefde.
De baby die werd geboren tijdens het Romeinse Rijk van totale dictatuur, zonder vrijheid en met de meest onmenselijke praktijken, werd de koning van het enige koninkrijk dat ooit de hele mensheid zal regeren. Niet omdat hij meer wapens had dan de anderen. Niet omdat hij genadelozer en sluwer was. Niet omdat hij meer gesofisticeerde strategieën had. Nee. Omdat hij een koninkrijk van liefde brengt. Een koninkrijk waar niemand de ander wil overheersen. Een koninkrijk waarvan de koning zijn eigen leven heeft gegeven voor zijn onderdanen.
Dat koninkrijk is er nog steeds. Meer dan ooit. Het is werkzaam in de harten van miljoenen mensen overal ter wereld. Het beïnvloedt de beslissingen van godvrezende leiders in diverse landen. Het is een nooit verminderend koninkrijk. Nooit zwakt het af. Wordt het bestreden in een deel van de wereld, dan breekt het nog krachtiger door in andere delen op aarde. Keren mensen in de westerse landen zich af van deze koning van liefde, dan ontdekken miljoenen in Azië, Afrika en Zuid Amerika deze God van liefde. Lopen de kerken leeg in post-christelijke landen, dan vullen de huizen zich overal ter wereld met mensen die meer dan ooit deze koning willen dienen.
De prediker die wonderen deed en dit koninkrijk aankondigde heet Jezus Christus. Jezus betekent ‘redder’ en Christus wil zeggen ‘vervuld met de Geest van God’. Een redder van de mensheid die geleid wordt door de Geest van God. Dat is de koning van dit rijk. Hij zei iets interessants over zijn koninkrijk. ‘Het zal klein beginnen, als een mosterdzaadje.’ Onooglijk dus, niet indrukwekkend, onopvallend. ‘Maar het zal uitgroeien tot het de grootste boom wordt in de hele tuin.’ Hij gebruikte nog andere beelden om zijn koninkrijk uit te beelden. ‘Het is als een beetje gist, dat door het deeg verwerkt wordt. Het valt helemaal niet op... maar het hele deeg wordt erdoor getransformeerd!’ Wow... dat is hetzelfde wat de profeet Daniël gezegd had. ‘Dit koninkrijk wordt een berg die de hele aarde bedekt’. De profeet Jesaja viel Daniël volmondig bij toen hij verklaarde: ‘Er zal nooit een einde komen aan de voortdurende uitbreiding van dit koninkrijk.’
De mensen die deze Jezus volgen en zich laten vormen door zijn liefde, krijgen een bijzondere plaats. Ze worden zonen van God genoemd. Ze worden, net als Jezus, ook vervuld met de Geest van God. Ze doen dus ook wonderen, net als hij. Ziekte wordt genezen, boze geesten verdreven, onrecht bestreden, armen worden verzorgd, corruptie wordt ontmaskerd en recht krijgt de bovenhand. Ze werken echter niet met geweld, maar laten zich leiden door de Geest van God. Liefde drijft hen, geen zucht naar macht of aanzien. Ze willen mensen verlossen van het kwaad. Gevangen bevrijden. Lijden wegnemen en leven brengen. Ze vestigen het grootste koninkrijk dat de mensheid ooit gezien heeft. Zonder dat er een zwaard of geweer aan te pas komt.
Dit koninkrijk is vandaag groter dan ooit. Honderden miljoenen mensen hebben de keuze gemaakt om deel te zijn van dit rijk van liefde. En hun aantal groeit elke dag.
De toekomst is dus hoopvol. De tijd waarin we leven is bij lange niet meer zo gruwelijk als bijvoorbeeld het Romeinse Rijk. Onze samenleving is op onvoorstelbare wijze verbeterd doordat miljoenen mensen die voor ons leefden, toetraden tot het koninkrijk van God. Deze mensen hebben medische zorg, onderwijs, armenzorg en vele andere zegeningen in de maatschappij gebracht.
De afgelopen tientallen jaren is er echter weer een monster zijn kop aan het opsteken. Gekken die gedreven worden door boze geesten willen voor de zoveelste keer de macht over de hele aarde verwerven. Hun tactieken zijn echter sluwer geworden. Hun wapens zijn niet langer speren en knotsen. Nu werken ze met politiek, media en technologie. Het doel is hetzelfde: de mensheid aan zichzelf onderwerpen. Alle middelen zijn hiertoe geheiligd. Maar ze vergeten iets...
Tweeduizend jaar geleden werd er een baby geboren.
Hun grote voorbeeld, koning Herodes, probeerde als een waanzinnige deze baby te vermoorden en zette zijn hele leger in om alle baby’s te doorboren. Het lukte hem niet. De baby groeide op en werd de koning. Een Koning met oneindig veel meer macht dan Caesar, Herodes of Nero ooit gehad hadden. Zijn koninkrijk kent geen grenzen. Het spreekt geen enkele taal. Het beperkt zich niet tot een ras. Het overstijgt alle begrenzingen, spreekt elke taal en transformeert mensen van elk ras en volk. Zijn koninkrijk brengt geen haat tussen volkeren, maar brengt alle mensen bij elkaar door de liefde van God.
De gekken van onze tijd die in de voetsporen van de bezetenen uit de oudheid wandelen, smachtend naar steeds meer macht en rijkdom, denken dat ze de koning te rijk zijn. Maar de steen die van de berg gerold is, is intussen een forse berg geworden. Miljoenen over de hele aarde staan op. Maar niet om zichzelf te verheffen. Hun hart knielt juist heel diep. Hun trots buigt zo diep als ze kunnen. Voor wie knielen ze zo volkomen? Voor deze koning. Deze Jezus die al tweeduizend jaar regeert. En ze bidden. Ze roepen hem aan. Ze spreken zijn woord. Ze worden zijn handen en voeten. En deze koning verbrijzelt de plannen van de gekken van onze tijd.
Hun plan zal niet slagen. Ze lopen te pletter tegen de onbuigzame rotsen van de berg die steeds groter wordt. Ze worden verbrijzeld door de stenen die bovenop hen vallen. Ze lopen in hun eigen ondergang. Net zoals hun grote voorbeeld, Nero het beest, vallen ze in hun eigen kuilen en hun einde is ellendig.
Ze waren het vergeten. Deze baby die geboren werd en opgroeide, tijdens een van de meest bezeten en kwaadaardige regeringen die de mensheid ooit gekend heeft. Herodes kon hem niet stoppen. Hij moest het afleggen tegen een pasgeboren baby! Zo machtig is deze koning. Zelfs als baby!
Vandaag is Jezus geen baby meer. Hij is een koning met een macht die hoger rijkt dan de wolken die we zien. Verder dan de wijdse vlaktes. Dieper dan de oceanen. Krachtiger dan het hevigste vuur. Mooier dan de meest oogverblindende schoonheid. Onze koning is de Heer boven alle heren, de Koning boven alle koningen, de Naam boven alle namen, het Gezag boven alles wat in de hemel, op aarde en onder de aarde is. Zijn koninkrijk is een nooit eindigende heerschappij. Een zon die voortdurend opkomt. Een licht dat steeds helderder schijnt. Een invloed die steeds groter wordt.
De bezeten gekken die de wereld willen overheersen zijn hem vergeten. Maar ze zullen te pletter lopen tegen hem. Hij is niet van plan zijn koninkrijk van liefde te laten overrompelen door deze dwazen.
Maar er moet wel iets gebeuren. Velen van ons, die de inwoners van dit koninkrijk zijn, vergeten hem ook. We zien de idioten van de politiek, media en technologie die net als Nebukadnezar, Caesar, Nero, Hannibal, Napoleon, Stalin, Hitler en al hun even dwaze consorten de wereld aan hun voeten willen leggen. ‘Help!’ roepen we in paniek. ‘De wereld gaat eraan! De bezeten gekken nemen het over! We gaan allemaal naar de haaien!’
Onze koning glimlacht en schudt zijn hoofd. ‘Kleine kinderen van mij, waar is jullie geloof? Weet je dan niet dat aan mij alle macht is gegeven in hemel en op aarde? Ben je dan vergeten dat ik de hoogste autoriteit ben? Zie je dan niet hoe ik al tweeduizend jaar lang de wereld aan het verlossen ben? Denk je nu echt dat deze domme mensen mij kunnen van de troon werpen? Zij werken met leugens en betovering. Ik werk met waarheid en vrijheid. Mijn Geest is de eeuwige en almachtige. Hij doet wat hij wil. Richt je ogen dus opnieuw op mij.’
De Koning frist even ons geheugen op. O ja, we zijn deel van een eeuwig overwinnend Koninkrijk. Nero kon het niet stoppen, evenmin als wie ook in de afgelopen tweeduizend jaar. Filosofen als Nietzsche en Voltaire werkten zich te pletter, hun leven lang, om dit koninkrijk met de grond gelijk te maken. Maar na de dood van Voltaire werden zijn drukpersen gebruikt om bijbels te drukken. Wat een grap! Het wereldrijk van koning Jezus is een voortdurend overwinnend koninkrijk. We hoeven dus niet te vrezen. We mogen kijken naar onze koning en heer. De grote overwinnaar. Hij heeft overwonnen en blijft deze overwinning uitwerken.
Hij wordt door de profeet Jesaja de opkomende zon genoemd. Heb je al ooit geweten dat een zon op komt, steeds helderder wordt, de aarde begint te verlichten, en dan opeens - halverwege zijn klim naar de hoge hemel - stopt en weer begint te zakken? Dat bestaat niet! Jezus Christus wordt de stralende morgenster genoemd, de nieuwe dag, de zon die opkomt tot de hele mensheid verlicht wordt door zijn stralen. Hij is geen ondergaande zon, maar de opkomende zon! Jezus is niet het avondrood, maar de dageraad!
Laten we daarom in gebed gaan en de heerschappij van Jezus uitspreken over ons land. Laten we ophouden met klagen over wat de bezeten gekken uitvreten in hun dwaze begeerten. Laten we de heerschappij van de koning van liefde verklaren over ons land. Laten we opstaan als waardige zonen van God, die niet terugdeinzen voor het kwaad, maar het in gebed en proclamatie de mond snoeren. Laten we in uitbundige lofprijzing uitbarsten en de eeuwige liefde van God uitzingen, en zo de machten van de duisternis binden met ketenen. Lees het maar in psalm 149!
Laten we juichen en jubelen over de geweldige macht van de enige ware koning die het verdient de heerser over de mensheid te zijn. Hij gaf zijn leven voor ons. Hij wast onze stinkende voeten. Hij geeft om de armen. Hij bestrijdt onrecht. Hij is een echte koning.
Laten we samenkomen en hem toejuichen zonder ons in te houden. Laten we uitbreken in uitbundige dans van vreugde en vrijheid. Laten we hem verkondigen waar we maar kunnen.
Hij is de koning die regeert. Niets en niemand kan daar ooit iets aan veranderen. Geen vaccin, geen 5G, geen wereldorde, geen vrijmetselaars, geen Google en Facebook... het wordt allemaal verbrijzeld door de berg van de Heer.
Laten we dus opstaan in gebed en proclamatie. Spreek het uit: 'Laten de plannen van de goddelozen falen. Laat de wil van God gebeuren. Laat al het kwaad ontmaskerd worden. Laten de slechte mensen verwijderd worden. Laten er rechtvaardige leiders opstaan. In Jezus' naam!'
Roep het uit in gebed: Vader in de hemel, UW koninkrijk kome in onze landen. UW wil geschiedde in de media. Regeer over ons volk Heer Jezus! Verlos ons van de boze.
Want van U (!) is het koninkrijk. Van U (!) is alle macht. Van U (!) is alle heerlijkheid. Nu en voor eeuwig amen!
Roep het uit. Bid in de geest. Strijd in de hemelse gewesten. Sla de vijand neer. Juich voor de koning van liefde en vrijheid.
Sta op zoon van God.
Dan zal de aarde zien welke koning er geboren is tweeduizend jaar geleden. Dan zal de wereld zien wat we nodig hebben. Niet meer lust, niet meer genot, niet meer macht, niet meer rijkdom. Maar liefde voor elkaar. Zorg voor de armen en verdrukten.
Een koninkrijk zonder politieke dictator, maar een koninkrijk met een vriend die naast ons staat, een herder die ons leidt, een vader die ons liefheeft, een God die ons geneest, en een leider die ons dient.
Laten we deel worden van dit koninkrijk en het over de hele aarde verspreiden.
In Jezus' naam.
David Sörensen
Reageer op deze post