Na zijn eerste toespraak op de eerste pinksterdag was Petrus goed op dreef. Vrijmoedig begint hij aan zijn tweede publieke preek, en dan komt het:
“JULLIE hebben de Vorst van het leven overgeleverd om gekruisigd te worden!”(Handelingen 3:15)
O nee, Petrus!Beschuldig je de Joden er nu van iets verkeerd te hebben gedaan? Dat kan toch niet?
Dit zijn heilige mensen, Gods uitverkorenen, onaantastbaar en smetteloos. Zeg je nou dat het zondaars zijn? Serieus? Hoe haal je het in je hoofd?! Ben je soms een zelfhatende Jood of zo?
Maar Petrus laat zich niet uit het veld slaan. Hij verzacht zijn woorden een beetje door te zeggen dat ze het uit onwetendheid hebben gedaan (Handelingen 3:17),om ze vervolgens opnieuw te shockeren met zijn volgende uitspraak:
“Mozes heeft immers tegen de vaderen gezegd: De Heere, uw God, zal voor u een Profeet laten opstaan uit uw broeders, zoals ik; naar Hem moet u luisteren in alles wat Hij tot u zal spreken. En het zal zo zijn dat al WIE NIET geluisterd zal hebben naar deze Profeet, UIT het volk uitgeroeid zal worden.” (Handelingen 3:22-23, vgl. Deuteronomium 18:15,19)
Euh... sorry? Pardon? Bedoel je dat we niet langer op onze afkomst kunnen vertrouwen om bij Gods volk te horen, en dat we daarvoor op Jezus moeten vertrouwen?
Maar... wij zijn toch Abrahams nageslacht? Door ons zou de wereld gezegend worden. Wij zijn uitverkoren!
Nou, dat zit net even anders, zijn jullie vergeten wat Johannes al zei? Johannes had jullie al gewaarschuwd; En denk niet bij jezelf, wij hebben Abraham als vader, want ik zeg jullie dat God zelfs uit deze stenen voor Abraham kinderen kan verwekken. ( Mattheus 3:9 )
En ik zeg jullie dat alles in het oude testament heen wees naar de Koning en Zijn Koninkrijk. Jezus is het Nageslacht van Abraham (Handelingen 3:25-26), en Híj is de Zegen voor de wereld ! (Galaten 3:16; vgl. Genesis 22:18).
Maar wat moeten wij dan doen? Hetzelfde als alle andere mensen, want jullie zijn niet beter of minder. (Romeinen 3:9) Bekeer je tot God en geloof in Jezus, en je mag Zijn Land — het Koninkrijk — beërven! (Handelingen 3:19; Mattheüs 21:43; Romeinen 10:12)
En als je denkt dat Petrus zich in zijn enthousiasme versprak, in zijn brief bevestigt hij dezelfde overtuiging.
Het gaat om je hart.
Reageer op deze post